top of page

Schwedt an der Oder

De trein- en busreis vanuit Gdansk, via Szczecin en Angermünde, nam een hele dag in beslag. Maar daar stond ik dan eindelijk, zaterdagavond, aan de rand van Schwedt an der Oder. Het was koud en regenachtig. Het gure, schaars verlichte busstation lag er op dit tijdstip verlaten bij. Heel even twijfelde ik eraan of ik niet beter door had kunnen reizen naar het comfortabele Berlijn.

Ik pakte het briefje erbij met het adres van Centra Hotel Schwedt, dat ik de avond ervoor via een website had geboekt. Ringsstraße 18. Hoe ga ik dat hier nu vinden? Even ontspannen nu, het is nog maar zeven uur, zo stelde ik mezelf gerust.

 

Centra Hotel bleek direct naast het busstion te liggen en ik maakte een klein sprongetje van geluk. Een bijzonder relaxte kerel gaf me de kamersleutel en ik huurde ook maar gelijk een hotelfiets. En of hij misschien ook een plattegrond van Schwedt had? Hij legde een foldertje op de balie met centrumkaart, waarop 12 toeristische attracties stonden aangegeven. "Kijk, hier is de Altstadt, daar de ingang van het Nationaal Park", begon hij enthousiast. "Hmm, schön aber wissen Sie auch die Straße am Waldrand"? Hij keek me even aan, alsof hij in de maling werd genomen. "Ja...doch, aber da ist nichts....vorher gab es Häuser aber jetzt ist alles weg!". De straat viel ver buiten de toeristische kaart maar hij gaf me een idee waar het zo ongeveer moest zijn. 

Alles was naar m'n zin, en mijn stemming opperbest; nu eerst maar eens iets eten en daarna bier in een gezellige Kneipe. Op naar het centrum, de Altstadt!

Muziek terwijl u leest

Muziek terwijl u leest

In de Altstadt was, behalve in een Jägerhaus waar ouderen tekeer gingen op Schlagermuziek, niet veel te doen. Dus maar even een kijkje nemen in het Centrum-Kaufhaus Schwedt (CKS), een markant gebouw uit vervlogen DDR tijden. Ik schoof aan bij de Vietnamese wokstand, die voor 3 euro 50 uiterst smakeloze bamischotels leverde. Weer buiten zag ik twee hangjongeren. "Gibt es hier auch eine Kneipe oder so etwas?", vroeg ik hoopvol. Hoewel het inwonertal van Schwedt sinds het uiteenvallen van de Sovjet Unie met ruim 20000 was gekrompen, waren er toch nog altijd 30000 mensen over. "Um die Ecke", kreeg ik terug en warempel, daar was een raam waarop "Bierbar" stond. De bar werd bediend door een stel van in de 70. Aan de toog zat een kerel van mijn leeftijd, met woeste baard en ring in het oor. Ik ging op een barkruk naast hem zitten, en bestelde een biertje ("haben Sie ein Bier?" "Nein das haben wir hier nicht", en er werd hard gelachen). Heel even ging het over mij, maar al snel ging men weer over op de waan van de dag. Die 50-jarige Maria had "noch schöne Busen".

De barvrouw wist ook nog te vertellen dat de Vietnamees van de wokstand in het CKS vrijwel alle Katzen und Hunde in Schwedt had opgekocht. Dat is wat je daar te eten kreeg. Zij gingen dus alleen maar naar de Turk. "Quatsch, Mensch!", ging de kerel van mijn leeftijd dan weer verder. Kortom, het was gezellig en de biertjes van 1 euro 30 ook niet te duur. En passant kwam ik wat meer te weten over Schwedt. Er waren hier 4 of 5 Kneipen, maar dit was de laatste die nog over was. De mensen hebben geen geld, halen hun drank bij de CKS. In 20 jaar tijd, sinds de eenwording, had alleen al de olieraffinaderij ruim 6000 mensen moeten ontslaan. De mensen zijn vertrokken. Veel oude woonwijken zijn inmiddels platgegooid. Mensen die bleven hebben het zwaar.

Zondagochtend, zwaar bewolkt, op de fiets naar Straße am Waldrand. De straat aan de rand van het bos, grenzend aan Wohnkomplex VII. Maar WK7 ist nicht mehr. De Straße am Waldrand is omgeploegd, en de bushalte buiten gebruik gesteld. Duizenden jonge naaldboompjes moeten de herinnering aan betonnen flatgebouwen, waarin duizenden kinderen zijn grootgebracht, doen vergeten. Hier en daar ligt nog het asfalt van straten, waarvan de naambordjes allang verdwenen zijn.

Aan de zuidkant van het desolate gebied staan nog steeds de ruïnes van de Uckermark Passagen, een winkelcentrum dat begin jaren '90 op de plaats van de voormalige Club der Chemiearbeiter verrees. Daarnaast gebouw Nowo, gebouwd in de jaren '70 als buurthuis voor de bewoners van WK7. De façade van het gebouw is voorzien van een magnifieke, ruim 7,5 meter hoge voorstelling van de marxist Friedrich Engels, minutieus uitgewerkt in reliëf en glasmozaïek. Het complex is thans in groot verval, en er staat een hek omheen.

Ik hoop dat gebouw Nowo de Duitse reconstructiedrang zal weten te overleven, als monument voor de duizenden mensen die zijn opgegroeid op de plaats die niet meer bestaat. Als historisch museum, bijvoorbeeld, zou het een trekpleister kunnen worden. Iets wat Schwedt goed kan gebruiken.

 

Ik fiets nog een stukje langs de Oder, en neem rond de middag de trein naar Berlijn.

 

Visited: Nov 2014

 

bottom of page